Iets later dan 11.00 uur deze ronde. Deze stukjes worden doorgaans op zaterdag in de loop van de dag getikt. Nu was me dat sowieso al niet gelukt én de wedstrijd van DSC 1 van gisterenavond leverde voldoende inspiratie op om er zondagochtend met een espresso eens goed voor te gaan zitten. Het wordt geen wedstrijdverslag. Als je er niet bij was, kijk de wedstrijd nog eens terug op Eyecons, zou ik zeggen.
DSC – TOP: 23-20. Op 2,30m voor het einde nog 20-20. De hele wedstrijd spannend omdat het onderlinge verschil in score nooit groter werd dan 3. DSC trok op het eind de wedstrijd over de streep. En dat is knap. Heel erg knap. Zeker gezien de eerste helft waarin TOP een enorme verdedigende druk aan de dag legde. DSC had duidelijk moeite om daar onderuit te spelen. Daar zaten, mijns inziens, te veel momenten in die over het randje waren. Juist dat is waar ik het graag over wil hebben.
Maar eerst, zonder de rest van het team tekort te willen doen, de complimenten aan Evi Dekker en Maud Smulders. Superknap dat je als jonkies, in zo’n wedstrijd, er zo kunt staan en zelfs mede bepalend bent voor de uiteindelijke winst. De shutted-eye-onehander-kijkmijeenscoolzijn buzzerbeater van Maud die uiteindelijk de 23-20 op het scorebord zette was daarin exemplarisch.
Terug naar ‘over het randje’. En til die maar naar een algemeen beeld. Op het moment dat Tia Verbeeck vakkundig de wedstrijd uit werd gecaramboleerd, tikte DSC de derde schouderblessure aan. Nummer 4 (Thije) nemen we in dit rijtje maar even niet mee, want iets met kamikaze actie en niemand in de buurt die we daarvan de schuld kunnen geven. Maar toch. Het is tekenend voor waar we soms naar zitten te kijken.
Korfbal op topniveau heeft zich de afgelopen jaren geweldig ontwikkeld. Als je kijkt naar Team NL, dan kijk je naar super-atleten, die alle facetten van het spel beheersen. De KL 1 en 2 ontwikkelen mee. En als je ze hun gang laat gaan (neem het laatste WK) dan weet je als tegenstander soms niet meer waar je het moet zoeken. Het is logisch dat – omdat korfbal nu eenmaal een sport van aanvallen en verdedigen is – dat we tevens bouwen aan wat we daar verdedigend tegenover kunnen zetten. Daar wringt wat mij betreft de schoen. Te veel en te vaak zie je acties die over de schreef zijn.
Terug naar gisteren. Daar zat ik naar zo’n wedstrijd te kijken. Zeker in de eerste helft. TOP (zo lees ik in het wedstrijdverslag op de eigen site) zit in een proces waarin ze dit een hele wedstrijd vol willen houden. Dat is prima en ook hun goed recht maar hoeveel handen en voeten wil je nodig hebben om je tegenstander af te stoppen? En nu kom ik op mijn punt: Wat is de rol van de arbitrage in dit geheel? Is het dan echt zo dat we zoveel mogelijk willen laten gaan, omdat dat het kijkplezier en het spektakel ten goede komt? Of lukt het je om soms ook een duidelijke grens te stellen, al is het maar om de veiligheid van spelers ook een beetje te garanderen? Wat mij betreft schuift het wat meer op naar dat laatste.
Bij de laatste 8 scores van DSC zaten 5 strafworpen. De fase in de wedstrijd waarin de pijp bij TOP behoorlijk leeg en het arbitrale duo er ook wel een beetje klaar mee was. Iemand met Topper achter op z’n jas sprak me na de wedstrijd aan met de woorden: ‘Sinterklaas bestaat nog’. Met alle begrip voor de teleurstelling vond ik juist dat die stoomboot wel iets eerder had mogen aanmeren.
Drie gespeeld, vier punten. Een gedeelde derde plaats (samen met 4 andere teams). Dat zegt nog helemaal niets. Een korfbal juice channel noemde in de voorspellingen DSC niet bij de eerste 4. Ach, laten we het er maar op houden dat de prijzen in maart worden verdeeld.
Fijne zondag
Edwin Mulder
Voorzitter KV DSC